Stap 1: Meet het gebruiksoppervlakte
- Meet tussen de binnenmuren.
- Negeer obstakels.
- Bij zolder: tel enkel de vierkante meters mee die hoger zijn dan 1.50 meter en bij minimaal oppervlakte van 4m2.
Voorbeeld: Totale gebruiksoppervlakte = 160m2
Stap 2: Meet overige Inpandige ruimte
- Identificeer niet-woonoppervlakken.
- Bij zolders: meet boven 1,50m, vermijd onder 1.50 meter.
- Kelders met 2 meter hoogte en zonder daglicht tellen mee.
Voorbeeld: Totale inpandige ruimte = 35m2.
Stap 3: Woonoppervlakte Berekenen
- Trek inpandige ruimte af van gebruiksoppervlakte.
Voorbeeld: Woonoppervlakte = 160m2 - 35m2 = 125m2.
Overig: Gebouwgebonden Buitenruimte
- Meet balkons, dakterrassen, etc.
- Let op: Tuinoppervlakte wordt apart gemeten en ingevoerd.
Met deze stappen bepaal je snel en gemakkelijk de netto woonoppervlakte van je huis. Onthoud: tel alleen ruimtes met een duidelijke woonfunctie mee.